Doorgaan naar hoofdcontent

christelijk geloof


Geloof.


God bestaat in Vader, Zoon en heilige Geest. Deze drie zijn volkomen één.  De 3-enige God heeft zich geopenbaard in zijn Woord, de bijbel. Door de heilige Geest. De Zoon van God is mens geworden door het werk van de heilige Geest in zijn moeder Maria.

Wie is God? 
God is de enig levende. Zonder begin en zonder einde. God is liefde. De liefde van de Vader voor de Zoon en de liefde van Vader en Zoon voor de heilige Geest. En omgekeerd. God is licht. In Hem is geen spoortje duisternis. Dit is niet het licht dat voor ons waarneembaar is. Of het licht waardoor de planten groeien. Dat licht is geschapen; niet goddelijk. Gods licht doorlicht alles. Ook het duister. God is goed.
Alles wat Hij werkt en doet is goed. En wijs. God is geest. God heeft geen lichaam met zintuigen, botten, spieren, hersenen of zenuwen. Ook geen hormoonstelsel. God kent daarom geen emoties. Emoties wisselen altijd. Gods liefde is eeuwig dezelfde. Gods toorn is geen emotionele woede, maar Hij keert zich af van alles wat tegen Hem ingaat. Uit liefde; die Zijn toorn omvat.
De Bijbel is de Openbaring van de drie-enige God in Zijn weg van liefdevolle (uit)verkiezing (Ef. 1) waardoor Hij mensen verlost dankzij de kruisiging van Zijn Zoon (de Mensenzoon). Het Leven van de Zoon, vol van lijden en sterven, is betaling en verzoening van onze zondeschuld. Het geloof in Jezus Christus als verlosser wordt door de heilige Geest in mensenharten gewerkt.
De NGB bezingt Gods grootheid in art. 1 met de woorden: eeuwig, onbegrijpelijk, onzienlijk, onveranderlijk, oneindig, almachtig, volkomen wijs, rechtvaardig, goed en een zeer overvloedige fontein van alle goeds. 

Je kunt op jezelf vertrouwen of in jezelf geloven. Maar dat is lastig: je bent veranderd van bevruchte eicel in een baby. En daarna opgegroeid van peuter en kleuter tot jonge vent of meid. Vervolgens 
probeerde je volwassen te worden, een goed beroep te kiezen en wellicht een goede vrouw. Of je bleek op seksueel gebied anders gericht. Tenslotte wordt je oud en verwacht eens of binnenkort te sterven. Hoe in al die fasen te geloven in jezelf? Wie ben je dan zelf?

Je kunt ook geloven in een god. Een almachtige of goede god. Een schepper of regeerder. Zoals Allah. Hij gaf zijn Koran vanuit zijn troon aan Mohammed. Hij zond die neer. De Koran bestond al van eeuwigheid in de troon van Allah zoals veel Islamieten denken. De Koran kan en mag dus nooit veranderen. Allah is goed en barmhartig voor de mensen. Vele profeten heeft hij naar de volken gezonden: Abraham, Mozes, David, Salomo, Jezus. Maar die boodschappers werden niet geloofd of vergeten. Tenslotte kwam Mohammed en ontving de Koran als het zegel van de profeten vòòr hem.
De Christenen hebben veel van het evangelie verbasterd en aangevuld met leugens.

Je kunt ook in vele goden en geesten geloven. Dat doen de Hindu's. Volgens hun godsdienst zijn er zeer vele goede en boosaardige goden en geesten. En heilige rivieren met geneeskrachtige eigenschappen.
Het Shintoïsme in Japan is misschien een enigszins vergelijkbare godsdienst met verering van vele natuurkrachten, geesten en goden.

Daarnaast zijn er grote wijsheidsleraren geweest zoals Zarathustra in Perzië, Budha in India en Confucius in China. Zij leerden niet het bestaan van goden maar vroegen van hun volgelingen zichzelf en de wereld zodanig te leren kennen dat verlossing mogelijk werd. Dit kon door wijze leefregels (Confucius) of door totale onthechting van heel het leven omdat alles lijden is. In die weg kun je het nirwana te bereiken (Budha).

Er zijn vele denksystemen die als afgoden functioneren. Te denken valt aan:
- humanisme; humanisten stellen de mens, zichzelf, centraal als norm voor waarheid. Ze geloven en belijden hun eigen vrije wil. 
- liberalisme; dit komt voort uit het humanisme. Je bepaalt zelf wat waar en goed is. Je vindt het in de kerk en in de wereld. In de politiek en in maatschappelijk/economisch leven.
- socialisme; dit heeft als hoogste norm het sociale functioneren van mensen. De meest extreme vorm van het socialisme is het communisme. Het hoogste ideaal van communisme is het gemeenschappelijk bezit door allen binnen een volk/staat. Dit kan zelfs vrouwen en kinderen omvatten.
- evolutionisme; de natuur heeft zichzelf doen ontstaan uit levenloze materie en heeft zichzelf ontplooid vanuit één levende cel (of wellicht vanuit een virusdeeltje) tot de hoogste levensvormen, waaronder de mens.
- creationisme; we kunnen min of meer wetenschappelijk bewijzen dat God de wereld geschapen heeft en bestuurt. Na de zondeval via de torenbouw van Babel, de zondvloed en andere catastrofes.
- theïsme; naar eigen inzichten, ratio en wetenschap verklaren Wie God is en hoe Hij werkt en gewerkt heeft. Een actueel v.b. is de theïstische evolutieleer.
- biblicisme; in de bijbel geloven en dan zoveel mogelijk elk woord en elke zin zo letterlijk en concreet mogelijk invullen. Vooral ethische wetten en regels consequent toepassen in alle levensomstandigheden.

Al deze -ismen en vele andere leiden ons op wegen van onvrijheid; in gevangenschap en tenslotte naar de dood. De dood die alleen overwonnen is en wordt door Jezus Christus de Levende Heer.

Geloof in God berust op Zijn zelfopenbaring. Eerst aan Adam en Eva (onze voorouders in de hof van Eden), vervolgens aan  de profeten: Abraham, Izak en Jacob (de aartsvaders), Mozes, Jozua, Samuel, David. Salomo, Jesaja, Jeremia en vele anderen na hem. Als laatste profeet trad Johannes de Doper op. Wij geloven daarom wat in de bijbel staat. Een goede theoloog neemt daarom elke 'bijbelwoord' (zin, perikoop, hoofdstuk, boek) volledig serieus als ingegeven door de heilige Geest.

Na Johannes de Doper kwam God zelf naar de aarde. In Zijn Zoon, de Here Jezus. Dat noemen we de vleeswording van het Woord (incarnatie). Ook wel: de menswording van het Woord.  Het levende WOORD door Wie de Vader de hele wereld (de kosmos) geschapen heeft en door Wie Hij de hele kosmos en ieder mens regeert.
De evangelist Johannes schrijft dit helder en duidelijk in het begin van zijn evangelie. Lees maar na!


Schepping.

In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Je kunt zeggen: de aarde is de plaats waarop we wonen en de hemel is de blauwe hemelkoepel waarlangs de zon haar weg gaat overdag en de maan 's nachts. Geen probleem!
Je kunt ook denken: de hemel is de woonplaats van God, samen met Zijn engelen. Op die manier kent de bijbel 3 hemelen. De 3e hemel heet dan bij Paulus de 'hemel der hemelen' (de 7e hemel is product van romantische gevoelens).
Salomo zei na de bouw van de tempel: zelfs de hemel der hemelen kan U niet bevatten. Dus: hoe zou U dan kunnen wonen in de tempel die ik gebouwd heb.
De bijbel zegt ook: de hemel is Gods troon en de aarde de voetbank voor zijn voeten. God schiep de hemel als woonplaats voor zijn engelen en de aarde als woonplaats voor levende wezens (organismen). De engelen worden elk uur van de dag uitgestuurd over de hele aarde. Om mensen te helpen, kinderen te redden enz., enz. We hebben nauwelijks een idee!
De hele aarde was bedekt met water. De belangrijkste stof voor alle levende wezens. Het heeft z'n grootste dichtheid bij + 4 °C. Dat is heel merkwaardig. Daarom blijft ijs op water drijven. Wat een geluk!! Want anders …………….. En zonder waterdamp in de atmosfeer zou er bijna geen leven op aarde mogelijk zijn. Water(damp) houdt veel warmte vast en koelt langzaam af. Of anders gezegd: de soortelijke warmte (de s.w.) van water is heel groot.
Omdat een watermolecuul twee-polig is (met een + en een - pool) lossen er heel veel stoffen in op.
Dat is daarom meteen bij de schepping van de aarde al begonnen. Al het leven in water heeft die opgeloste stoffen nodig.
Met de schepping van hemel en aarde beging de tijd!
Tijd is er als er processen (gebeurtenissen) plaats vinden.
De Geest van God zweefde over het water. Wat er daarna gebeurt wordt grondig voorbereid, overdacht. Want de Geest maakt levend. Alles wat God verder maakt moet in werking gezet worden (de sterren, de zon, de planeten) en tot leven gebracht (alle organismen).

De eerste week.

De eerste dag.
God zei: er zij licht.
Als God spreekt gaat de Zoon onmiddellijk aan het werk en doet wat Zijn Vader wenst.
Hij maakt het licht volgens het plan van Zijn Vader. Het wordt ongelofelijk knap en mooi.
Het zichtbare licht bestaat uit de wonderlijkste kleuren. De kleuren van de regenboog. De golflengtes van het zichtbare licht variëren van 380 nm (nanometer) - 780 nm. Het licht dat de groene planten het meest nodig hebben is rood (rond de 750 nm). Ze gebruiken ook een gedeelte van het blauwe licht. Ze absorberen het rode licht en weerkaatsen het groene licht. Sommige planten weerkaatsen rood licht. Vooral roodwieren doen dat omdat ze wat dieper in het water groeien en daar juist meer blauw licht aanwezig is. 
Bedenk dat licht een dubbele, loodrecht op elkaar staande elektromagnetische golfbeweging is. In de hele natuur speelt elektromagnetisme een ongelofelijk belangrijke rol. Maar een lichtstraal is zo ingewikkeld dat natuurwetenschappers er naast de golftheorie van het licht ook een deeltjestheorie op na houden. Anders zijn alle eigenschappen van licht niet te verklaren.
Nog gekker: een lichtstraal vliegt met een snelheid van 300.000 km. per seconde voorwaarts. Dus als jij één zegt is een lichtdeeltje al 7 keer om de hele aardbol gegaan.
"Licht"-stralen met een kleinere golflengte dan violet licht noemen we ultraviolet. We gebruiken het in allerlei apparatuur maar ze zijn ook levensbedreigend. Ook voor ons. Gelukkig maken ze onze huid bruin (tenzij we albino zijn) en daardoor worden de onderliggende huidcellen beschermd. Maar regenwormen die geen melanine kunnen maken gaan onherroepelijk dood in het zonlicht.
Licht met een golflengte langer dan 800 nm noemen we infrarood. Ze hebben de merkwaardige eigenschap dat ze alles en iedereen verwarmen. En met infrarood camera's kunnen we aardige foto- en filmopnames maken in het donker. Ze helpen dus ook om inbrekers te kunnen betrappen bij hun "dagbesteding". 
Zouden Vader en Zoon al deze dingen al bedacht hebben toen ze begonnen met de inrichting van de aarde? Zouden zulke prachtige patronen ook zijn kunnen ontstaan door het fantasieproduct 'oerknal' ?

De tweede dag.
God zei: Er moet midden in het water een gewelf komen, dat de watermassa's van elkaar scheidt.
God noemde het gewelf 'hemel'.
Dit is een andere hemel dan genoemd in Gen. 1:1. Het is de koepel waaronder wij leven. Nu hemelsblauw. Toen veel meer versluierd? Het huidige zonlicht is levensbedreigend. Ongekleed "verbranden" blanke mensen in de gloed van de zon. De huidige dampkring beschermt dieren en mensen wel maar onvoldoende. De geweldige waterdampkring zorgde heel waarschijnlijk voor een gelijkmatig klimaat over het grootste deel van de aardbol.

De derde dag.
God zei: het water op aarde moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.
Droog land als een grotendeels samenhangende landmassa? Zoiets als het Gondwanaland?
Er bestaan verschillende theoretische modellen van de aardbol in oude tijden. Sommige daarvan vertonen grote binnenzeeën.                                                              
Hieronder een model van de aarde zoals het er in tijdens het cambrium misschien uitzag. 
In dit model zijn de tegenwoordige werelddelen wel heel herkenbaar ingevuld. Het is de vraag of dat wel juist is. 
Afbeeldingsresultaten voor Gondwanaland









Na deze (mogelijke) beginsituatie kwamen er grote barsten in de aardkorst en werden continenten uit elkaar gedreven; de zgn. 'continental drift'. Daar zijn vele bewijzen voor. De verschillende werelddelen zoals we die nu kennen ontstonden. Dit ging hoogstwaarschijnlijk samen met gebergtevorming. De Alpen, de Andes en de Himalaya rezen machtig hoog op. Op de toppen van die bergen vindt men nog de resten (schelpen) van zeedieren. De oorspronkelijke landmassa vertoonde misschien alleen vlakten en glooiende heuvels.

God zei: overal op aarde moet jong groen ontkiemen. Zaadvormende planten en bomen met zaden en vruchten. De vele plantaardige organismen kwamen compleet tevoorschijn. Met al hun voortplantingsmogelijkheden. En voedsel voor de komende mensen en dieren. Er wordt niet gesproken van waterplanten (even oneindig gevarieerd) of over algen, schimmels, mossen en varens.

De vierde dag.
God zei: er moeten lichten aan het hemelgewelf komen. Ze moeten seizoenen, dagen en jaren aangeven. Het grote licht moet over de dag heersen en het kleinere over de nacht. God schept ook de sterren.
Ongelofelijk: hing de aarde tot nu toe dan los in de lege ruimte? Dat kan heel goed. De bijbel zegt dat de Zoon de aarde draagt door Zijn kracht (Hebr. 1:3). Zon, maan, planeten en sterren waren dus niet nodig om de aarde in een goede baan te houden. Een gekunstelde oplossing van schijngeleerden: die hemellichamen waren er al wel maar gaven nog geen licht. Een schijnoplossing omdat het scheppingsverhaal steeds uitgaat van scheppingen die doen waarvoor ze gemaakt zijn.
Als de aarde vanaf de vijfde dag haar omwenteling begon of vervolgde was er vanaf toen sprake van dag- en nachtritme zoals we die nu kennen. Of langzamer of sneller. Niemand die het weet!
Het licht was er al! Waarvandaan? Niemand die het weet!! Maar God deed het licht aan en uit. Vanuit een vast punt?
En heel vreemd: de maan staat nu vaak overdag aan de hemel te prijken. Dat kan niet kloppen met de oorspronkelijke situatie.

God zei: het water moet wemelen van levende wezens. En langs het hemelgewelf moeten vogels vliegen. God schiep de grote zeemonsters en alle levende wezens waarvan het water krioelt en ook alles wat vleugels heeft. God zegende ze en zei: wees vruchtbaar en wordt talrijk.
Weer blijkt: de organismen zijn compleet aanwezig. Ze zwemmen, vliegen en planten zich voort. Hersenen, voortplantingsorganen, hormoonstelsels enz. werken allemaal.

De zesde dag.
God zei: de aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.
God zei: laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken. Zij moeten heerschappij voeren over alle dieren in de zee en op het land en in de lucht.
Toen schiep de Here de mens; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. Hij zegende hen en zei: wees vruchtbaar en wordt talrijk. Breng de aarde en al wat leeft onder je gezag. Alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op aarde zullen je tot voedsel zijn. De dieren geef Ik de groene planten tot voedsel.
Uit het gebit van mensen blijkt dat wij zaad- en vruchteneters zijn. Geen alleseters zoals varkens. Onze knobbelkiezen zijn mooi afgerond en hebben geen puntige knobbels zoals bij de alleseters.

De aarde bracht voort ...................  Ook de mensen? Het mensenpaar wordt geschapen na goddelijk overleg. Ze krijgen bepaalde opdrachten waarvoor geestelijk leven noodzakelijk is. Geestelijk leven betekent in ieder geval: luisteren, leren kennen, (na)denken, begrijpen, beslissingen nemen, verantwoord handelen, lief hebben ........
Anders kun je niet heersen over; regeren. Dat moet met verstand en overleg gebeuren. Wil je het goed doen dan moet je ook interesse hebben in al wat God gemaakt heeft. Dat houdt ook in: liefdevol ten opzichte van elkaar (man en vrouw) en liefde voor alle schepselen. Ja zelfs ook voor de hele natuur waarin alle schepselen onderling van elkaar afhankelijk zijn.
Over naar Gods beeld en gelijkenis geschapen zijn hebben theologen boeken vol geschreven. Het betekent in ieder geval: liefdevolle aandacht, goed en recht in alles wat je denkt en zegt, luisteren naar wat God tegen je zegt door Zijn Zoon (het WOORD).
Dit geestelijk leven kan nooit ontstaan uit puur lichamelijk leven. Evenmin als een levende cel ooit kan ontstaan uit levenloze materie kan dierlijk leven (ondanks alle emoties) zich ontwikkelen naar praten, lezen, schrijven, dichten, schilderen, zingen, musiceren, beeldhouwen, technisch ontwerpen,
economisch en juridisch organiseren, gelovend liefhebben.
God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk. Dat betekent een diepe verbondenheid tussen de eerste twee mensen: man en manninne. Samen kunnen ze pas ten volle genieten van alles wat God gemaakt heeft. Ook genieten van het liefdesleven dat een afspiegeling mag zijn van de liefde die in God is tussen Vader, Zoon en Geest.
Man en Manninne waren zonder enige zonde in daden, woorden of gedachten. Dit maakt het ontstaan via een ontwikkelingsgeschiedenis uit aapachtige voorouders absoluut onmogelijk.

Gen. 1 geeft geen wetenschappelijk betoog over het ontstaan van Gods schepping. Dat wordt steeds weer tot vervelens toe benadrukt. Alsof het daardoor minder waar, concreet of betrouwbaar zou zijn.
Gen. openbaart (door God zelf) dat God schiep in een bepaalde (volg)orde. Alles wat de drie-enige God doet is absoluut ontoegankelijk voor welke wetenschap dan ook. Historici moeten het hebben van door mensen geschreven bronnen. Mensen  die het zelf moeten hebben meegemaakt. Natuurwetenschappers zijn volledig afhankelijk van waarnemingen, experimenten en conclusies die daarop gebaseerd zijn. De conclusies moeten verifieerbaar zijn. Wiskundigen suggereren graag dat zij door hun formules en berekeningen het ontstaan en voortbestaan van de dingen en processen kunnen verklaren. Dit berust op een waanvoorstelling. Wiskundigen kunnen eindeloos spelen met getallen en vormen. Zelfs imaginaire. Omdat ze daarin voor bijna alle andere mensen oncontroleerbaar zijn hebben ze schijnbaar altijd gelijk met hun voorspellingen. Ook al zijn ze principieel oncontroleerbaar. Denk aan de oerknaltheorie.

Ook theologen trokken steeds weer onverantwoorde conclusies op grond van Gen.1. Veel van die conclusies komen voort uit een al te biologische leesbril of een romantische levenshouding.
De biologische leesbril gaat uit van een te strikte volgorde van ontstaan van levende wezens. De meeste organismen blijven ongenoemd. De waterwezens worden in Gen. 1 allemaal samengenomen (vissen, zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, geleedpotigen, weekdieren, 1-celligen enz.). Hetzelfde geldt voor de land- en luchtdieren.
Voorts is alle dierlijk leven afhankelijk van plantaardig voedsel. Dat klopt met elke wetenschap! Daar wordt verder niet over uitgeweid. Dat sluit niet uit dat vele diersoorten andere dieren als voedsel gebruikten. Een mooi v.b. zijn de spinnen die helemaal gebouwd zijn op vangen van insecten. Met de meest wonderlijke uitrustingen: vele spintepels, wonderbaarlijke webben, 8 ogen, tasters en kaken. Denk ook aan roofvogels, roofvissen en roofdieren die in alle opzichten gebouwd zijn om prooidieren te kunnen vangen en verteren. Vogels die insecten, wormen, weekdieren en vissen vangen en die daar allemaal heel speciaal op zijn gebouwd. Denk ook aan een grasetende koe en een bladetende olifant. Ze nemen allerhande klein gedierte mee met hun voedsel. En alleen al door te lopen en water te drinken vinden vele kleine diertjes de dood. Wat heeft de zin: in het paradijs was er geen dood. een verwarring gewerkt!  Hoe moesten Man en Manninne dan de strafaankondiging begrijpen? Trouwens: al het plantenmateriaal sterft als het opgegeten wordt. En ook al tijdens de groei- en voortplantingscycli.

Een ander door vele theologen veroorzaakt probleem is de zgn. daglengte in Gen.1. Als Gods werken ontoegankelijk zijn voor wetenschap is de "werkdag" van God dat ook! Het onoplosbare probleem begint bij de 1e dag. "Het was avond en morgen geweest". Dat kan niet want vòòr de 1e dag was het "nacht" (God noemde het duister 'nacht').
De lengte van de 6e dag geeft veel meer problemen. Verderop in Gen. blijkt dat Adam van God uitvoerig de tijd krijgt om de dieren te leren kennen en benoemen. Dat lukt niet binnen 12/14/16 uur.
Pas daarna wordt Eva geschapen uit een rib van Adam.
De astronomie heeft natuurlijk vragen bij de schepping van zon, maan en steren op de 5e dag. Waar kwam het licht daarvoor dan vandaan?  Waardoor werd de daglengte van 24 uur bepaald voordat zon en maan hun licht gaven?
De eerste vraag is nooit te beantwoorden. Wel moest het vanuit één punt komen om het verschil van dag en nacht (avond) te veroorzaken bij een ronddraaiende aardbol. Maar hoe snel draaide die? Niemand die het ooit zal weten!
Nog zo'n leuke vraag: was de zon als hemellichaam er al voor de 5e dag? Werd ze pas op de 5e dag in "brand" gestoken door heilige Geest?
Merkwaardig is wel dat we de maan nu vaak midden op de dag zien oplichten aan de heldere hemel. Er bestaat wel een mogelijke verklaring voor. Daarbij moeten we dan bedenken dat er na de zondeval veel verstoord is. Zowel in de levenloze als de levende natuur. Ook in de sterrenhemel? Er zijn aanwijzingen voor dat het jaar oorspronkelijk 12 x 28 dagen duurde. Een maand in dat geval 4x7 = 28 dagen. Een zwangerschapsperiode wordt door artsen nog vaak berekend als 280 dagen (10x28 dagen). Een mogelijke verklaring kan zijn dat de oorspronkelijke astronomische werkelijkheid veel harmonischer was dan de huidige. Wel hierbij bedenken dat dit principieel onbewijsbaar is.

Het is wel van belang dat we ons realiseren dat het hele scheppingsgebeuren harmonieert met alles wat we vanuit verschillende wetenschappen weten. Dat weten betekent alles wat we op de één of  ander manier hebben kunnen vaststellen met behulp van onze hoogwaardige apparatuur. In die zin opgevat kan de bijbelse openbaring nooit strijdig zijn met hetgeen wij ontdekken!! Een zin die voor allerlei doeleinden helaas steeds weer misbruikt wordt! Misbruikt om ons vele fabels te laten geloven.
Laten we daarom beginnen met een grondig onderscheid tussen geloven en weten. 
Weten hoort bij wetenschap en bij alles wat we ervaren, meemaken (voor-wetenschappelijk). Geloven doen we in wat God geopenbaard heeft in Zijn Woord (de bijbel) en vooral door Zijn WOORD (de Zoon) die we alleen uit Zijn Woord kennen. Medemensen kunnen we geloven als ze betrouwbaar blijken te zijn. Dit geldt ook voor geschreven (of anders vastgelegde) bronnen uit het verleden.
Dit laatste blijft altijd open voor kritiek en discussie. Discussie over de ware 'werkelijkheid' en betrouwbaarheid van de Schrift (de bijbel) is onmogelijk omdat niemand daarvoor het gezag of de bekwaamheid heeft. Gelovigen hebben en houden altijd wel te maken met verschillende vertalingen van bijbelteksten en bijbelgedeelten.  Ook betrouwbare theologen ontkomen niet aan problemen die daar het gevolg van zijn. Daar bovenop komen nog de soms moeilijke vragen rond uitleg (exegese) en toepassing (ethiek) voor de levenspraktijk.

De zevende dag.
Zo werden hemel en aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag rustte God van al het werk dat Hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig.
Wij hebben weinig besef van wat dat rusten van God inhoudt. De zevende dag, de Sabbat, is wel een voorbode van de eeuwige rust die God Zijn gelovige kinderen belooft. Lees hiervoor Hebreeën 4.
Jezus zegt: Mijn Vader werkt altijd. De hele schepping moet van milliseconde tot milliseconde worden geregeerd. Anders valt ze uit elkaar en worden alle levende wezens weer tot stof gereduceerd.
De sabbat is de door God ingestelde feestdag. In het OT met vele door God ingestelde bepalingen. In het NT is ze tot vervulling gebracht tijdens het driedaagse verblijf van de Here Jezus in het graf. Nadat Hij Zijn verlossingswerk voor mens en overige schepping volbracht had. Na Zijn opstanding begint de nieuwe werkelijkheid. Vanuit Gods troon waar Jezus zit aan Gods rechterhand Daarom vieren christenen die dag elke week. Maar ze is geen instelling van God zelf. Jezus werkt door aan Zijn terugkeer naar de aarde. Dan wordt de nieuwe hemel en aarde voltooid en volgt de eeuwige rust voor alle gelovigen. De zondagviering is een kerkelijke instelling. Wel op aanwijzing van Jezus zelf doordat Hij op de eerste dag van de week verschijnt aan de samengekomen discipelen en aan de apostel Johannes op het eiland Patmos. Hebr. 10:16 blijft normatief voor het christelijke leven: In hun hart zal Ik mijn wetten leggen, in hun verstand zal Ik ze neerschrijven. Daarbij hoort het sabbatsgebod! Nieuwtestamentisch ingevuld.

Wil je graag meer lezen omtrent een actuele discussie over de Hebreeuwse begrippen asa, bara e.a. zie daarvoor de site Genesis 1:1

De geschiedenis van hemel en aarde na de schepping.

In Gen. 2 begint de toledooth van hemel en aarde. De aarde kan nooit los van de hemel bestaan. 'Hemel' in beide betekenissen!
Het woord toledooth komt steeds weer in Genesis terug als er een nieuwe periode begint: de toledooth van Adam, de toledooth van Abraham, de toledooth van Izak, de toledooth van Jozef enz.
In totaal 10 keer.
Het woord stamt volgens Holwerda af van een werkwoord dat baren betekent als het over de moeder gaat en verwekken als het over de vader gaat. Het zou in Gen. dus kunnen gaan over de ontstaansgeschiedenis of wordingsgeschiedenis van het volk Israël vanaf Adam en Eva totdat Jacob in Kanaän begraven is en Jozef gestorven. Met de belofte van terugkeer.

Toen God hemel en aarde gemaakt had, klaar was, was de situatie als volgt:
- er was geen veldgewas op aarde
- er was geen kruid des velds uitgesproten
- De Here God had het niet doen regenen op aarde 
- er was geen mens om de aarde te bewerken.

Er was dus nog niets in cultuur gebracht door de mens. Allerlei planten en bomen groeiden willekeurig door elkaar. Er was nog geen bosbaas, tuinman of landbouwer.
God had het nog niet laten regenen. Er was alleen een damp uit de aardbodem die voldoende water gaf voor plantengroei. Daarom was het belangrijk dat er een mens geschapen werd. Uit het stof van de aarde. Maar ook met Gods levensadem, dat is geest, in zijn lichaam. Zo werd de mens een levende ziel.
Ziel heeft in onze cultuur verschillende betekenissen. We weten nu dat heel ons lichaam, elk orgaantje, bezield is. De bijbel noemt een mens vaak gewoon een levende ziel. Ziel omvat dan zowel de emoties (gevoelens) als het (na)denken, willen, beslissen, horen, zien enz. De Grieken maakten dan ook onderscheid tussen het hogere deel van de ziel, de typisch menselijke vermogens, en het lagere deel, de vermogens die we gemeenschappelijk hebben met de (hogere) dieren ( de driften en wellustige begeerten). Het is onmogelijk om binnen de mens een strikte scheiding aan te brengen tussen geest en ziel. In één bijbeltekst worden lichaam, ziel en geest apart genoemd (1Thess. 5:23).
Sommige theologen zijn daar verwoed mee aan de slag gegaan. Een beetje doelloos lijkt me omdat Paulus zich daar zonder dogmatisch te doen aanpast bij gangbaar spraakgebruik in de Grieks-Romeinse wereld.
Dan legt God de HEER een tuin aan als voorbeeld voor de mens. Een prachtige hof; het paradijs. In die hof van Eden komen de twee bomen: de boom des levens en de boom van kennis van goed en kwaad. Duidelijk is hiermee dat de wereld buiten de hof, geschapen zoals lovend is beschreven in Gen.1, al bestaat. Gen. 2 geeft op geen enkele manier een tweede scheppingsverhaal. God toont Adam vele in het wild levende dieren die hij een naam mag geven. Namen naar hun aard. Het woordje 'toen' in Gen. 2:19 is misleidend. Het Hebreeuws kent geen vaste tijden voor verleden, heden en toekomst. Je kunt daarom ook vertalen: 'God had de wilde dieren geschapen …….' Het gaat erom dat de mens zijn plaats leert kennen t.o.v. het dierenrijk en gaat verlangen naar een wederhelft. Een mens als hij en toch anders. Iemand om lief te hebben, te koesteren zoals hij dat ook bij de dieren waarneemt. Denk maar aan met elkaar koerende duiven of elkaar liefkozende leeuwen. Of de manier waarop sidderende krokodillen dat doen via water.
Dan gebeurt er een onbegrijpelijk groot wonder. God de HEER bouwt een prachtige vrouw uit een rib van de slapende Adam. Adam staat helemaal paf! Hij zingt het eerste lied voor een vrouw die hij noemt: manninne, uit de man genomen. Ze schamen zich geen moment voor elkaar. Ze mogen samen één lichaam worden. In overweldigende liefdesuitingen. De man gaat voorop en laat manninne alles zien wat God gemaakt heeft en hoe hij de dieren benoemd heeft. Ook vertelt hij haar wat de HERE hem onderwezen heeft. Vooral over die twee bomen. De boom van kennis van goed en kwaad stond in het midden van de hof. Dichtbij stond de boom des levens. Eten van de eerste brengt onherroepelijk de dood. Vanwege opstand tegen God. Als God willen zijn. Eten van de tweede brengt in belofte het eeuwige leven. De eerste mensen hadden niet van nature het eeuwige leven. De apostel Paulus schrijft daarover in 1Kor. 15 De eerste mens Adam was een levend aards wezen. Maar de laatste Adam (de Here Jezus) was een levend makende geest. De eerste mens kwam uit de aarde voort en was stoffelijk, de tweede mens is hemels. Wat uit vlees en bloed bestaat kan geen deel hebben aan het Koninkrijk van God; het vergankelijke krijgt geen deel aan de onvergankelijkheid. Wij zullen allemaal veranderd worden in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Paulus schrijft hierover ook in 2Thess. 2  Prof. K.Schilder was op grond hiervan van mening dat de mensen, als ze niet in zonde waren gevallen, evengoed in een 'punt des tijds' zouden zijn veranderd om het eeuwige leven te ontvangen. Adam en Eva waren sterfelijke wezens voordat de zonde kwam in hun leven.

Dan komt de satan de hof van Eden binnen; de grote leugenaar. In de vorm van een slang of sprekend via de bek van een slang. Bewust gekozen voor een slang omdat die het sluwste dier is van alle wilde dieren. Sluwste wijst op de indruk die een slang op mensen maakt: zijn manier van voortbewegen, zijn manier van aanvallen en de "blik" in zijn ogen die prooidieren doet verstarreen.
Manninne laat zich door de slang verleiden. De satan begint met een grove leugen: is het niet waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?

Overtuigend genoeg voor Manninne om niet verder in gesprek te gaan. Ze doet het wel en overdrijft door te zeggen dat ze de boom in het midden van de hof zelfs niet mogen aanraken. Alsof die boom op zichzelf al gevaarlijk is. Dan komt de grote verleiding die door zal gaan in al haar nakomelingen, ook ons: je zult als god zijn als je ervan eet. En God weet dat! En: de vrucht ziet er heerlijk uit en ze denkt dat de boom wijsheid zal schenken. Hier begint daarom ook afgoderij met de natuur. Haar man, die bij haar was eet mee.

Meteen daarop volgt het onheil: in plaats van wijs te worden zien ze elkaars naaktheid en schamen zich daarvoor. Hoe dwaas! Ze waren prachtig door God gemaakt. Ook hun "schaamdelen". Die naam hoort bij de wereld van na de zondeval. Hun diepe val blijkt als ze zich voor de Here God verbergen als Hij komt wandelen door de hof in de avondkoelte. Adam zegt dat hij bang werd voor God omdat hij naakt was. Weer zo'n vreemde leugen. De man geeft de vrouw de schuld. De vrouw geeft de slang de schuld.
Dan keert God de volgorde om. De slang wordt als eerste vervloekt. Zijn daarmee alle slangen vervloekte dieren. Dat is onzin. Er zijn vele waterslangen, prachtige boomslangen enz. De meeste slangen zijn prachtig uitgerust met ingewikkelde kantelbare bek en prima werkende giftanden.  Ze vangen duizenden soorten prooidieren zonder stof te eten. De vloek heeft als gevolgen: op je buik kruipen en stof eten. Wilde dieren vluchten van je weg. Je hele leven lang. Was dan de paradijsslang een dier op vier (korte) poten? Een buikgedeelte tussen vier poten bestaat bij moderne slangen niet. 
Bijbelse verhalen zijn niet bedoeld om verklaringen te geven van huidige situaties!
Dat geldt voor slangen evengoed als voor de geschiedenis van de torenbouw van Babel. Of de zondvloed ten tijde van Noach. De 'paradijsslang' was een eenmalig voorkomend dier dat voor z'n hele leven lang vervloekt werd. Daarna is hij niet meer. Maar de vervloeking treft de satan die via dit dier aangesproken wordt. De satan weet dat heel goed. Hij heeft ten diepste geen grip op de schepping. Hij is maar een schepsel dat niets anders over houdt dan "stof". Tenslotte houdt hij helemaal niets over. Dat wordt duidelijk als je Openbaringen 19 leest.
Wel volgt een lange periode van strijd tussen het nageslacht van de vrouw en zijn nageslacht. Het 'zaad van de vrouw' schrijft Paulus is slechts één persoon: Jezus  Christus. Hij vertrapt de "kop van de slang".
De vrouw krijgt als zware last haar zwangerschap. Of: met smart zal zij kinderen baren. Dit blijft gelden ondanks vele pogingen om die last te verlichten of zelfs ongedaan te maken door middel van diverse "natuurtechnieken". Paulus geeft de oplossing in 1Tim. 2:15 zij zal worden gered doordat zij kinderen baart, als ze volhardt in geloof, de liefde en heilige levenswandel. Helaas wordt deze Bijbeltekst door veel christenvrouwen in de westerse wereld niet meer serieus genomen. Ze werd in het verleden natuurlijk ook vaak verkeerd uitgelegd  en toegepast.
Tenslotte het oordeel over de man. Hij luisterde eerder naar zijn vrouw dan naar God. Daarom wordt 'de akker' vervloekt. Dorens en distels gaan er op groeien. En bij al dat zwoegen keert de mens terug tot stof.

De onderlinge verhouding tussen man en vrouw wordt eveneens problematisch: de man zal heersen over de vrouw. Ze moet zijn hulpje (of slavin) worden bij al zijn moeizame werken. Zo gaat dat meestal als de eerste verliefdheden en enthousiaste beginjaren van het echtelijk samenleven voorbij zijn. Ook daarvan is verlossing door Jezus Christus, in geloof. Paulus en andere apostelen hebben daar genoeg mooie dingen over geschreven. Trouwens het boekje Hooglied maakt dat al veel eerder overduidelijk!
Toch zit in dit heersen ook een bewarend element. Als blijk van Gods wijsheid in het bestraffen. Vergelijk dat maar met tirannieke overheden die toch een samenleving mogelijk maken en beter zijn dan anarchie.

Na de hof van Eden.

Kaïn en Abel worden geboren. De ellende is meteen volop aanwezig. Kaïn vermoordt zijn broer omdat die ondanks alles de Here lief heeft. Kaïn verzet zich met hand en tand tegen God en trekt weg. Zijn nagelacht blijkt tot grootse en boosaardige dingen in staat (Lamech).
Adam en Eva worden gezegend met de geboorte van Set en Enos. Dan volgt er een nieuwe stap op de weg van het heil. Als vervolg op het offeren van Abel gaan de gelovigen de naam van de HEER aanroepen. Zo wordt de geloofsstrijd gewonnen en lijdt satan zijn eerste nederlagen.
In Gen. 6 geeft de NBV een dwaas opschrift en een misleidende vertaling.
Zo kwamen er steeds meer mensen op aarde en zij kregen dochters. Toch wel merkwaardig dat daar dochters voor nodig waren. De goden (welke?) kregen ook al zonen (hoe? wie? Denken aan de Griekse mythologie?) en die vonden de dochters van de mensen prachtig. En ze nemen maar wie ze willen nl. die dochters.
Ach, het is toch allemaal maar mythologie! Dat het hier gaat om zonen van gelovige ouders die de dochters van de ongelovigen zo mooi vinden (een veel voorkomende oorzaak van verval) is helemaal uit beeld. Nu is het nog zo dat gelovige meisjes heel vaak van het christelijke geloof afdwalen als ze met ongelovige jongens in zee gaan. Ondanks alle goede bedoelingen om die jongens tot geloof te brengen. Bovendien: tegenwoordig mogen ook ouders toch niet meer discrimineren!
Intussen is de nieuwe mythe onzinnig. Goden zijn geesten evenals hun zonen en die kunnen onmogelijk paren met vleselijke mooie meiden. En daardoor prachtige reuzenkinderen verwekken: de befaamde helden uit een ver verleden. Aardige vraag hierbij: waar op aarde zouden die goden toch gewoond hebben. Op een soort Olympus of in het Walhalla?

De HERE ziet dat alles wat de mensen bedenken en doen slecht is. God besluit daarop om de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels van de aarde weg te vagen. Hij heeft er berouw over dat Hij ze gemaakt heeft. Dat wil zeggen: als God ziet hoe erg het geworden is had Hij de mens liever niet geschapen. Uit de tholedooth van Noach die daarop volgt blijkt dat God zijn toorn niet volledig uitgiet over zijn schepping. Ook toen al gold: Alzo lief heeft God de wereld (dat is niet hetzelfde als 'alle mensen') dat Hij Zijn zoon Noach aanstelt als redder in de zondvloed die komt. Want Noach was een rechtschapen man. De ark moet al die dieren bevatten die anders zouden omkomen in de vloed. Machtig veel dieren leven in het water of planten zich in water of vochtige grond voort. Veel eitjes en larven zouden een periode van een jaar in de aarde kunnen overleven. Pas vanaf de reptielen worden grote eieren in nesten op het land gelegd en vaak uitgebroed.
De dieren komen twee aan twee de ark binnen. Door God zelf daar naartoe geleid. Van de reine dieren, die geofferd mogen worden, komen zeven paartjes naar de ark. Ook in Gen. 7 wordt af en toe het woordje 'alles' gebruikt om aan te geven 'alles wat moest verdwijnen'. Dit gebeurt in de bijbel vaker; ook in het NT b.v. over alle mensen die gered worden.
Het water van de vloed komt over de aarde. De bronnen van de machtige oervloed braken open en de sluizen van de hemel werden open gezet. Zelfs de hoogste bergen kwamen onder water te staan. Vijftien el boven die bergen. Honderdvijftig dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt.
Na ruim een jaar is de aarde weer droog.
Nadat Noach van alle reine dieren offers gebracht heeft sluit de HERE een nieuw verbond met Noach. De bepalingen (beloften) van dat verbond zijn:
- nooit vervloekt God de aarde meer vanwege de mens
- nooit meer zal ik "alles wat leeft" doden
- zolang de aarde bestaat zal er zomer en winter zijn. Dag en nacht.
  Tijd om te zaaien en tijd om te oogsten
- alle dieren mogen de mensen tot voedsel dienen, evenals de planten.
   Bloed mag niet gegeten worden
- wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten.
   Want God heeft de mens naar Zijn evenbeeld gemaakt.

Het teken van het verbond dat God met alle levende wezens sluit is de regenboog in de wolken.

Om met het laatste te beginnen: sommigen beweren: die boog was er natuurlijk al. Dit verhaal verklaart alleen maar het ontstaan ervan (als mythe). Veel beter zou het zijn om te bedenken dat de atmosfeer voor en na de zondvloed heel verschillend georganiseerd was. Voor de zondvloed een enorme waterdamplaag die zorgde voor een gelijkmatig klimaat over de hele aarde en bescherming tegen het gevaarlijke zonlicht. Na de zondvloed dreigende wolkenluchten en onweersbuien met vuurgevaarlijke bliksemschichten. Grote tegenstellingen tussen hete zomers en strenge winters. Beperkte tijden voor zaaiing en oogst.

Uit de bijbelse geschiedenis blijkt dat er absoluut geen sprake was van een plaatselijk vloed. Alleen rond de Zwarte Zee b.v., zoals sommige geleerden menen te hebben aangetoond. Wel bedenken dat de hoogste bergen misschien slechte enkele honderden meters hoog waren. Wellicht dus een aarde enigszins vergelijkbaar met ons eigen land of grote delen van Duitsland. De Lemelerberg is 80 meter hoog, de Torenberg bij Apeldoorn 107 m. en de Vaalserberg 320 m.
Als het 'Gondwanaland' een vrij vlak heuvelland was met ondiepe tussenliggende watermassa's die bedekt werden met flinke lagen sediment afkomstig van de "bergen" of heuvels is het goed denkbaar dat de oudste aardlagen (Precambrium en Cambrium) samen met het Ordovicium, Siluur en Devoon de dierlijke organismen bevatten die vòòr de zonvloed in de ondiepe zeeën leefden. Het is bekend dat alle hoofdgroepen van het dierenrijk al tijdens het Cambrium aanwezig waren.

Helaas is het zo dat creationistische denkers de zondvloedgeschiedenis vaak gebruiken voor allerlei pseudowetenschappelijke theorieën. Machtige fantasieën over vernietigende watermassa's vanuit de hemel en vloedgolven vanuit de aarde worden dan gecombineerd met vulkaanuitbarstingen en geweldige omvormingen van de aardkorst. Het boek van Henry M. Morris en John C. Whitcomb (1961) evenals het boek van Donald Wesley Patton (1966) speelden in eerste instantie een belangrijke rol. Intussen is het creationisme veel verder geëvolueerd maar ook gesplitst in diverse elkaar bestrijdende richtingen. Richtingen als 'jonge-aarde-creationisme' en 'oude-aarde-creationisme' naast 'intelligent design'.
Wikipedia geeft hierover enige informatie.
Vaak worden aan details genoemd in het zondvloedverhaal ongefundeerde conclusies verbonden.
Zie ook de website van www.logos.nl  Daarin ook vele interessante wetenschappelijke artikelen.

Merkwaardig is dat in christelijke kring het genoemde in Gen. 9:6 God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt wordt gehanteerd als of elk mens nog steeds 'beelddrager' van God is. Terwijl toch blijft gelden volgens Gen. 8:21 dat alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, nu eenmaal slecht is. God blijft elk mens herinneren aan zijn afkomst en daarmee verantwoordelijk stellen als geschapene naar Zijn beeld. Alleen door Jezus Christus kunnen we worden vernieuwd en hersteld naar het beeld van de Zoon. Dit leert het NT in Rom. 8:29 en in 1Kor. 15
Hoe zouden alle van nature zondige en onrechtvaardige mensen nog het beeld Gods vertonen? Dan zou de komst van Gods Zoon niet nodig geweest zijn. Wel is het zo dat er nog enkele resten (spoortjes) van de beeld Gods over zijn. Maar een in stukken gebroken prachtige vaas laat niet meer het kunstwerk zien dat er op aangebracht is. En die stuk gevallen vaas wordt niet "gelijmd" maar volledig vernieuwd: de nieuwe mens die Paulus beschrijft.
Even merkwaardig is het vervolgens dat diezelfde christenen veelal van mening zijn dat de doodstraf ten allen tijde verboden dient te zijn. Terwijl God die voor alle tijden heeft ingesteld. Vooral merkwaardig omdat doelgericht schieten (ik bedoel met de dood als gevolg) door politieman en soldaat worden verdedigd. Door de politie in uiterste geval van nood. In tijden van oorlog  waarin soms duizenden mensen tegelijk de dood vinden door tapijten van bommen over burgerdoelen. Met gruwelijk lijden van kinderen en ouderen  als gevolg. Daarbij  heftige verwondingen terwijl er geen hulp mogelijk is. Waarom dan zo heftig verzet tegen een voltrekking van een bijna pijnloze doodstraf in gevallen van doelbewuste misdaden die onomstotelijk zijn bewezen zijn?



Gondwanaland
Een gefantaseerde voorstelling.





Reacties