Inleiding. Het boek, geschreven door Henk G. Geertsema (uitg. Buijten & Schipperheijn Motief - Amsterdam) beoogt de evolutietheorie in te passen in de bijbelse geschiedenis. Daartoe is de schrijver genoodzaakt om de mensen te laten ontstaan uit de dierenwereld; in het bijzonder vanuit aapachtige wezens. Het boek sluit aan op dat van Gijsbert van den Brink : En de aarde bracht voort . Het boek van Geertsema biedt een veel zorgvuldiger en nauwkeuriger omgang en uitleg van de Bijbeltekst. Op een fijnzinnige manier wordt terug gegrepen op de oorspronkelijke teksten in het Hebreeuws en Grieks. Alle waardering daarvoor! Om de betoogtrant te volgen en te accepteren is het wel vereist om vooraf het absolute en principiƫle verschil tussen mens en dier te verwaarlozen. Daartoe het volgende voorbeeld: Veronderstel: je bezoekt een concert waarbij een cantate van Bach en een symfonie van Mendelssohn ten gehore worden gebracht. Het begint bij aankomst is de concertzaal. Realiseer je hoe ontwe
God de Vader brengt en bracht alles tot stand door WOORD en GEEST. Geen mens kan zeggen: wij hebben dit of dat onderzocht en zo heeft God het gedaan. Acceptatie van de evolutietheorie ondermijnt het christelijke geloof. De evolutietheorie komt niet voort uit betrouwbaar natuurwetenschappelijk onderzoek. Het is een levensfilosofie of geloofs-mythologie.