Doorgaan naar hoofdcontent

kerk

Kerk.

We geloven en belijden één Katholieke Kerk. (art. 27 NGB).
Katholiek betekent: verspreid en verstrooid over de hele wereld.
Zo bezien begint de kerkvergadering door de Zoon met de gelovige eerste mensen: Adam en Eva.
En vanuit hen Abel, Enos, Henoch enz. totdat Noach de ark binnengaat met zijn vrouw en drie zonen Sem, Cham en Japhet en hun drie vrouwen.
De kerk wordt daarna vergaderd via de nakomelingen van Abraham en andere mensen uit andere volken die tot geloof komen. Via het volk Israël wil de Here duidelijk maken hoe het volksleven (kerkelijk leven) er uit kan komen te zien als Gods volk gehoorzaam is. Al de leringen en wijsheid vanuit het OT moeten christenen willen toepassen als ze nadenken over het samenleven en besturen van zowel kerk als staat. Scheiding van kerk en staat is dus geboren uit een illusie. Kerk en staat dienen wel een eigen zelfstandig bestuur te hebben. Besturen die elkaar niet voor de voeten lopen en nog veel minder dwarsbomen. Regelmatig overleg tussen beide is essentieel. Goede afspraken over plaatsen, tijden en financieel beheer zijn van groot belang. Scholing en onderwijs, evenals opvoeding dienen op elkaar betrokken te zijn. Al te grote tegenstellingen tussen "christelijk", "openbaar", "Joods", "humanistisch", "Islamitisch" en andere vormen van religieus opvoeden en onderwijzen moeten zoveel als mogelijk is vermeden worden. Uitgangspunten als "westerse normen en waarden" (of 'onze normen en waarden') of democratisch denken kunnen we maar beter vergeten. Onze westerse normen en waarden hangen van tegenstellingen en goddeloosheden aan elkaar en democratie als 'volksregering' is een principiële onmogelijkheid. Een verantwoord georganiseerde politieke structuur voor zowel overheidsoptreden (in samenwerking met de rechterlijke macht en politioneel optreden) als maatschappelijke structuren (politieke partijen, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, medische zorg, culturele instellingen enz.) zijn voorwaarde voor positief overheidsfunctioneren.

Na de komst van Jezus Christus, Zijn opstanding, hemelvaart en zending van de heilige Geest veranderde alles. De al te geïsoleerde positie van het Joodse volk binnen het Romeinse rijk wordt volledig open gebroken. God wil zijn kinderen vergaderen uit alle talen en volken. De scheidsmuur tussen Israël en de volken wordt volledig afgebroken. De besnijdenis mag geen scheidslijn meer vormen (zie de brief aan de Galaten). Ondanks fel verzet van Joden en ook vele hedendaagse christenen zet God dit heilsplan volledig door. Christus komt terug als de "bliksem die licht van het oosten tot het westen". Niet speciaal in Jeruzalem. Joden zijn niet meer Gods uitverkoren volk. Dat dit volk deels is teruggekeerd naar een eigen land is gevolg van afschuwelijke gebeurtenissen de eeuwen door in vele landen van Europa.  Israël is nu voor hen een goed toevluchtsoord. Dat politieke steun verdient van christenen. Niet vanwege rechten op grond van Gods beloften of verbondenheid met de Kerk. De staat Israël is een politieke entiteit en niet meer dan dat. Binnen de staat Israël dient evengoed het recht op vrijheid van godsdienst te bestaan. Dit standpunt heeft met de vervangingstheologie (dat de kerk in plaats van het Joodse volk zou zijn gekomen) niets te maken. Alle oprecht gelovigen uit alle volken worden toegevoegd aan de kerk van alle tijden en plaatsen (art. 27 NGB).

Beelden voor de kerk.
Over de kerk wordt vaak in beeldende taal gesproken. De kerk kan worden aangeduid als:
De bruid (van Christus). 
De bruid maakt zich klaar voor de bruiloft. Dit gebeurt als de Bruidegom
komt in majesteit en heerlijkheid; zichtbaar voor de hele wereldbevolking. Het eeuwigdurende
huwelijksleven begint dan op de vernieuwde hemel en aarde. Het is daarom heel merkwaardig om te
zeggen: de kerk is de moeder van de gelovigen. Zowel Rooms-Katholieken als Protestanten hebben
dat vaak beweerd. Het hemelse Jeruzalem baart kinderen zegt Paulus in de brief aan de Galaten. Het
aardse Jeruzalem (ook het tegenwoordige) baart slaven.
Stad op de berg. 
De kerk moet zichtbaar zijn voor de wijde omgeving. Door het licht van het
evangelie uit te stralen. Haar bewoners trekken uit via de altijd geopende poorten naar de mensen.
Daarbij geen enkele vorm van discriminatie. Gods vergevende Liefde bestemd voor alle mensen die
gaan geloven. Zij worden vernieuwd naar het beeld van hun Schepper (Col. 3:10) Dat is naar het
beeld van Zijn Zoon (Rom. 8:29). 
De gedachte van de kerk als 'stad' geeft aanleiding tot veel misverstand. De kerk zou muren hebben
die geslecht moeten worden of minstens verlaagd. Om elkaar te leren kennen en met elkaar samen te
werken. Dat heet dan 'oecumene' . Of: deuren en ramen moeten wagenwijd open om iedereen binnen
te laten. De (plaatselijke) kerk of gemeente heeft geen muren. God zelf is een vurige muur rondom
haar. Iedereen is welkom die Gods Woord wil horen.
De kerk als volk. 
Het volk van God dat als pelgrims op weg is naar Gods Koninkrijk. Dit volk reist
over de hele wereld maar is toch één omdat ze elkaar lief hebben. En allemaal  in Jezus Christus zijn.
De korte brieven van Johannes staan hier vol van. Art. 27 van de NGB (Ned. Gel. Belijdenis)
bezingt dit ook. Daarom moet elke gelovige zich aansluiten bij die optocht door de wereld. 
In art. 29 wordt duidelijk gemaakt dat veel mensen zich bij die tocht aansluiten die niet echt geloven.
Daarom is er goede leiding en regering van de gemeente noodzakelijk door predikanten, ouderlingen
en diakenen die verantwoordelijk zijn voor goede prediking van het evangelie en toepassing daarvan.
Zelfs kerkelijke tucht is hierbij noodzakelijk! Anders komt de gemeente op dwaalwegen en mist dan
de route naar het Koninkrijk.
De kerk als tempel. 
Elke gelovige wordt in de bijbel een tempel van de heilige Geest genoemd
(1Kor. 6:19). De kerk als geheel ook. Elke gelovige wordt als een levende steen ingevoegd in dat
grote bouwwerk van de heilige Geest (Ef. 2:21). Daarom is er op de vernieuwde aarde geen tempel
meer. Het is daarom een onbegrijpelijk dwaas plan om in Jeruzalem een nieuwe tempel te willen
herbouwen.
De gelovigen zijn een koninklijk priesterschap zegt Petrus. Dankzij de heilige Geest die in hun
harten woont en werkt. Zo regeert elke gelovige (in de eerste plaats over zichzelf) en onderwijst en
helpt een ieder die dat nodig heeft (in de eerste plaats zijn/haar kinderen). Als hij/zij dat doet is hij/zij
profeet die Gods Woorden uitlegt en toepast.
De kerk als schip.
Jezus zei tegen zijn discipelen: Ik zal jullie vissers van mensen maken. Daarvoor
heb je vissersboten nodig en moet je het water op. Jezus vergeleek het Koninkrijk van God met een
sleepnet volvissen en andere waterdieren. De waardevolle vangst (de gelovigen) wordt geselecteerd
en het overige  weggegooid.
Een erg geliefd lied luidde: "Scheepken onder Jezus' hoede, met zijn kruisvlag hoog in top ..........."
In vorige eeuwen was het onder het zeevarende Nederlandse volk een graag gekoesterde gedachte: de
kerk op zeereis naar verre kusten om vreemde volken te bekeren.

Graag zou ik de toepassing van het beeld 'de kerk als schip' iets anders toepassen. Ik zou de kerk willen zien als zeilschip met Christus aan het roer en de wind van de Geest in het zeil. Het schip varend op de waterstroom die vanuit het altaar in de hemel neerdaalt op aarde. Vgl. Ez. 47.  Deze stroom verdeelt zich nu  over de hele aardbol ("de dode zee"). In ons vruchtbare deltagebied verdeelt ze zich over verschillende zijtakken. Ze neemt alles wat er aan vuil door mensen in geloosd wordt mee naar de zeeën en oceanen. De wereldoceanen zijn het terrein van alle valse godsdiensten. Ze wensen alle mensen mee te slepen. Om op te gaan in het "heel-al", de oneindige ruimte.
Het schip van de kerk houdt koers zolang het vaart dankzij de zeilen waarop de belijdenissen geschreven staan. De varende gezellen zetten boten uit om drenkelingen te redden.
Veel mensen zoeken hun vertier op de zandige oevers. Of spelevaren met hun kinderen in bootjes of kanoën rond voor hun plezier. Zwemmers trotseren de stroom en dreigen soms te verdrinken.
Sommige schepen lopen vast op zandbanken of raken verward in de rietkragen. Andere blijven steken op modderbanken op weg naar zee. 
Diverse schepen zoeken hun veiligheid en behoud door aan te meren aan havenhoofden. De schepelingen willen het vaste land op om daar kerken te stichten en hun aardsgezinde boodschappen aan de man te brengen. Deze wereld moet immers gered worden van ondergang door oorlogen, milieubederf, machtswellust en consumptiedrift.
Echte, betrouwbare kerkschepen blijven in de vaart door geloof alleen. Ze varen tegen de stroom op omdat ze gericht zijn op Gods Koninkrijk, het nieuwe Jeruzalem dat neerdalende is vanuit de hemel.. Ze herkennen elkaar en zoeken elkaar op als ze op verschillende zijstromen varen. Ze vormen tijdelijke samenwerkingsverbanden door verstandig overleg en scheepsberaad. Die beraadslagingen noemen we dan kerkelijke vergaderingen (classes, synoden enz.). Veel mensen, ook gelovigen, denken dat die vergaderingen kerken zijn. De deelnemers aan die vergaderingen vieren dan samen avondmaal en wensen leer en leven van alle vertegenwoordigde kerken te bepalen. 
Een goede eerste stap zou m.i. zijn om classisvergaderingen flexibel te organiseren. Vraag van afgevaardigden van diverse kerken duidelijke weergave van kerkelijk beleid en geloofsstandpunten (belijdenisgeschriften). Streef naar eenheid in belijdenissen die niet in strijd komen met Gods Woord en de drie Gereformeerde Formulieren van Eenheid (Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofs- Belijdenis  en Dordse Leerregels. 
Vooral contact zoeken met migrantenkerken is van groot belang.

Reacties